Ga verder naar de inhoud

Aangepaste fietsvergoeding in 2025

06.01.2025

Werknemers die met de fiets naar het werk komen of een dienstverplaatsing uitvoeren, krijgen een fietsvergoeding.

Vanaf 1 januari 2025 is de maximaal fiscaal vrijgestelde vergoeding voor woon-werkverplaatsingen met de fiets verhoogd (van 0,35) naar 0,36 euro per kilometer. In 2023 was dat nog 0,27 euro per kilometer.

Vanaf 2024 werd er een plafond ingesteld voor fiscale vrijstelling. Dit bedrag van 3.500 euro is voor het jaar 2025 geïndexeerd naar 3.610 €.

Wanneer is deze fietsvergoeding van toepassing?

Gaat het over woon-werkverkeer met de fiets?

  • En ben je werkgever in PC 329.01? Dan ben je verplicht om de maximaal vrijgestelde fietsvergoeding toe te kennen. Dit betekent dat je vanaf 1 januari 2025 je werknemers een fietsvergoeding moet toekennen van 0,36 euro per kilometer, met als bovengrens 3.610 euro per jaar.
  • Ben je werkgever in PC 329.03? Dan geldt een andere minimale verplichting. Deze werkgevers moeten sinds 1 mei 2023 minimaal de fietsvergoeding toekennen overeenkomstig cao nr. 164 tot 20 km enkel. Deze fietsvergoeding werd in januari 2025 geïndexeerd naar 0,29 euro per kilometer. Je mag in PC 329.03 uiteraard ook een hogere fietsvergoeding toekennen, zonder beperking tot 20 km enkel, voor het woon-werkverkeer, waarbij je rekening moet houden met het verhoogde vrijgestelde maximum van 0,36 euro per kilometer en de fiscale bovengrens van 3.610 euro per jaar.

Gaat het over dienstverplaatsingen?

  • Ook voor dienstverplaatsingen werd de forfaitaire fietskilometervergoeding verhoogd naar 0,36 euro. De vergoeding mag alleen toegekend worden als de fiets (ook elektrisch of speed pedelec) eigendom is van de werknemer.

Jaarlijkse bovengrens fietsvergoeding

Tot 2023 was het aantal kilometers dat je moest betalen in het kader van woon-werkverkeer onbeperkt. Er was alleen een maximumbedrag voor de vergoeding zelf.

Vanaf 1 januari 2024 geldt een jaarlijks plafond per werknemer (bedrag voor aanslagjaar 2025/inkomstenjaar 2024 bedroeg 3.500 €; geïndexeerd voor aanslagjaar 2026/inkomstenjaar 2025 bedraagt dit 3.610 €).

Dit plafond komt overeen met een afstand van 10.000 km per jaar en betekent dat de afgelegde afstand woon-werk (enkel heen) ruim 23 kilometer bedraagt voor een voltijdse werknemer die elke dag met de fiets komt (gerekend aan 210 dagen woon-werkverkeer / jaar met de maximale vergoeding van 0,36 € per km).

Als het plafond overschreden wordt, is het saldo onderworpen aan bedrijfsvoorheffing en socialezekerheidsbijdragen. Op niveau van de belastingaangifte van de werknemer wordt dit plafond nogmaals nagekeken (bijvoorbeeld als er voor verschillende werkgevers werd gewerkt).

Legt de werknemer toch meer kilometers af, dan kan hij natuurlijk wel nog steeds een fietsvergoeding ontvangen maar dan zal deze niet langer belastingvrij zijn.

Alleen vrijstelling voor wie kiest voor forfaitaire beroepskosten

Om misbruiken te voorkomen, is de fietsvergoeding voor het woon-werkverkeer (vanaf inkomstenjaar 2024) alleen nog fiscaal vrijgesteld voor werknemers die in hun belastingaangifte kiezen voor de forfaitaire aftrek van hun beroepskosten.

Je vraagt de werknemers naar hun keuze via een verklaring op eer.

Het kiezen voor de forfaitaire aftrek door de werknemer is nu ook vereist voor de vrijstelling wanneer je een fiets ter beschikking stelt voor je werknemers (vaak via een cafetariaplan of een mobiliteitsplan). Tot nu toe was het voldoende om aan te tonen dat de fiets wordt gebruikt voor woon-werkverkeer of een deel daarvan.

Werknemers die via hun werkgever een fiets kunnen bestellen en deze ook voor woon-werkverkeer gebruiken kunnen de kost van deze fiets enkel nog vrijstellen van belastingen en socialezekerheidsbijdragen wanneer ze niet hun werkelijke kosten bewijzen in de belastingaangifte. Om dit te kunnen controleren op nivieau van de belastingaangifte van de werknemer is het vanaf inkomstenjaar 2024 verplicht om zowel het bedrag van de fietsvergoeding als de ter beschikkingstelling van de bedrijfsfiets te rapporteren op de fiche 281.10.

Belastingkrediet voor de facultatieve verhoging van de fietskilometervergoeding

Om werkgevers aan te moedigen de hogere maximum fietsvergoeding toe te kennen, zorgt de overheid voor een tijdelijke compensatie in de vorm van een belastingkrediet. Een belastingkrediet is een fiscaal voordeel waardoor werkgevers minder belastingen moet betalen. Hierdoor wordt de extra kost van de verhoogde fietsvergoeding gecompenseerd.

Voor werkgevers van het Paritair Comité 329.01 is dit niet van toepassing omdat hier reeds verplicht de maximum fietsvergoeding wordt toegepast.

Het gaat om een tijdelijk belastingkrediet dat alleen zal gelden voor fietsvergoedingen in het kader van woon-werkverplaatsingen, voor de periode van 1 januari 2024 tot tot en met 31 december 2026. De fietsvergoeding moet ten laatste op 31 december 2027 worden toegekend.

Het belastingkrediet geldt dus niet voor de vergoeding van dienstverplaatsingen met de fiets.

Om aanspraak te kunnen maken op het belastingkrediet moet de verhoging van de fietsvergoeding effectief gedragen worden door degene die de fietsvergoeding toekent. Kan de werkgever de last van de verhoging aan een derde doorrekenen of terugbetaald krijgen van een derde, dan kan de werkgever niet genieten van het belastingkrediet.

Bovendien wordt het belastingkrediet alleen toegekend als de verhoging van de fietsvergoeding is vastgelegd in een cao, arbeidsreglement of een individuele arbeidsovereenkomst, en de verhoging moet onbeperkt in de tijd gelden.

Let wel: dit belastingkrediet kan niet gecumuleerd worden met het belastingkrediet voor de veralgemeende fietsvergoeding op basis van cao nr. 164 (meer informatie daarover lees je hier). Krijg je al een compensatie in het kader van dat belastingkrediet, dan kan je alleen nog voor het surplus een compensatie krijgen.

Voor meer informatie over de toepassing van het belastingkrediet neem je het best contact op met je boekhouder.

Meer informatie?

Voor meer informatie kun je hieronder doorklikken naar onze FAQ's. De regels verschillen per paritair subcomité. Kijk dus uit of je PC 329.01 of PC 329.03 aanklikt.

Anderen lazen ook dit:

Versterking van de structurele vermindering van de werkgeversbijdragen vanaf 1 april 2025

Het federaal regeerakkoord 2025-2029 voorziet in een verlaging van de loonkosten voor werknemers met een laag of middenloon. Dat gebeurt vanaf het tweede en derde kwartaal 2025 via een versterking van de structurele vermindering van de werkgeversbijdragen aan de RSZ.

Aanpassing maximumbedrag kilometervergoeding

Het maximale 3-maandelijkse bedrag voor de kilometervergoeding voor dienstverplaatsingen met de auto wordt vanaf 1 juli 2025 tot 30 september aangepast naar 0,4309 euro per kilometer.

Het maximale jaarlijkse bedrag (indien je kiest voor dit systeem) wordt vanaf 1 juli 2025 tot 30 juni 2026 aangepast naar 0,4451 euro per kilometer.

Komaf maken met jouw kopzorgen rond het inzetten van personeel?

Doe net als +900 socioculturele collega-organisaties, en sluit je vandaag nog aan bij Sociare!