Verrekening enkel vertrekvakantiegeld: nieuwe werkwijze vanaf 2024
Een werknemer die uit dienst gaat krijgt van de werkgever het opgebouwde vakantiegeld uitbetaald. Op basis van het vakantieattest verrekent de nieuwe werkgever dit vertrekvakantiegeld voor de vakantiedagen die een bediende kan opnemen in het vakantiejaar.
Het KB van 28 september 2023 wijzigt de spelregels voor deze verrekening. Vanaf het vakantiejaar 2024 mag het enkel vakantiegeld maar worden verrekend naarmate de werknemer vakantiedagen opneemt.
Hoe ging dat tot nu toe?
In de praktijk wordt het vertrekvakantiegeld meestal verrekend in de maand waarin het dubbel vakantiegeld wordt betaald. Aangezien op dat ogenblik het volledige vertrekvakantiegeld (enkel, dubbel en aanvullend dubbel) wordt afgetrokken van het loon voor die maand, aangevuld met het dubbel vakantiegeld, gebeurt het wel eens dat een nieuwe werknemer in die maand géén of heel weinig loon overhoudt.
Omdat deze werkwijze in strijd is met de Loonbeschermingswet drong een aanpassing zich op.
Verrekening enkel vakantiegeld vanaf 2024
Vanaf het vakantiejaar 2024 moet de aftrek van het enkel vakantiegeld als volgt gebeuren:
- ofwel in 2 fasen:
- Fase 1: Telkens een bediende een vakantiedag opneemt, verworven bij een vorige werkgever, betaal je voor die vakantiedag het enkel vakantiegeld met aftrek van 90% van het bruto dagloon. De bediende ontvangt per opgenomen vakantiedag dus enkel een vast bruto dagloon van 10%.
- Fase 2: In december van het vakantiejaar (of in de maand van uitdiensttreding) maak je een eindafrekening en voer je eventuele correcties uit (verschil tussen de 10 % die je hebt betaald in fase 1 en het effectief verschuldigde enkel vakantiegeld).
Werd er in de loop van het jaar te veel ingehouden, dan betaal je in december een bijkomend enkel vakantiegeld. Werd er te weinig ingehouden, dan wordt het teveel betaalde enkel vakantiegeld ingehouden op het loon van december (of van de maand van uitdiensttreding).
Deze correcties moeten worden vermeld op de loonfiche van december.
- Fase 1: Telkens een bediende een vakantiedag opneemt, verworven bij een vorige werkgever, betaal je voor die vakantiedag het enkel vakantiegeld met aftrek van 90% van het bruto dagloon. De bediende ontvangt per opgenomen vakantiedag dus enkel een vast bruto dagloon van 10%.
- ofwel een werkelijke inhouding per opgenomen vakantiedag.
De nieuwe regels zijn van toepassing bij de verrekening van het vertrekvakantiegeld van een bediende die van werkgever verandert en bij de verrekening van het vakantiegeld van een arbeider die bediende wordt.
Voor het dubbel en aanvullend dubbel vertrekvakantiegeld wijzigt er niets. De verrekening daarvan mag nog steeds in één keer gebeuren in de maand waarin het dubbel vakantiegeld wordt uitbetaald.
Nieuwe informatieverplichtingen
Vanaf 2024
- moet het vakantieattest uitdrukkelijk vermelden dat het enkel vertrekvakantiegeld een vooruitbetaling is voor vakantie op te nemen bij een volgende werkgever
- moet je een nieuwe bediende, op diens verzoek, elektronisch of op papier, informeren over de berekening en de verrekeningsregels
- moet je de bediende ervan op de hoogte houden of er in december eventueel correcties aangebracht moeten worden
Op zoek naar meer informatie over vakantie en vakantiegeld?
Anderen lazen ook dit:
Vakbondsactie op maandag 3 juni
Op maandag 3 juni 2024 organiseert het ABVV een actiedag tegen de Europese bezuinigingsmaatregelen.
Langdurige arbeidsongeschiktheid: mogelijkheden
Een langdurige afwezigheid door arbeidsongeschiktheid van een werknemer, brengt kopzorgen mee voor werkgevers. In de meeste gevallen willen beide partijen het liefst dat het werk zo snel mogelijk opnieuw aanvat. Alleen is dit soms koffiedik kijken. Wanneer keert de werknemer terug? Zal hij dezelfde arbeid en hetzelfde ritme aankunnen? Wat kan ik als werkgever doen om een terugkeer vlot te laten verlopen?
Komaf maken met jouw kopzorgen rond het inzetten van personeel?
Doe net als +900 socioculturele collega-organisaties, en sluit je vandaag nog aan bij Sociare!