Ga verder naar de inhoud

Verkeersboetes in de werkrelatie

07.10.2020

Een werknemer begaat een verkeersovertreding tijdens de werkuren. Moet hij de verkeersboete betalen of ben je verantwoordelijk als werkgever? Wat als de organisatie samen met de werknemer gedagvaard wordt voor de politierechtbank? Wat als je de verkeersboete (terug)betaalt? Hieronder vind je een antwoord op deze vragen.

Moet een werknemer zelf de boete betalen voor een verkeersovertreding die hij begaat tijdens de werkuren?

Ja. De werknemer is altijd persoonlijk strafrechtelijk aansprakelijk voor verkeersovertredingen die hij begaat, en dat zowel in als buiten de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst. Hij moet de verkeersboete dus betalen.

De werknemer kan zich niet beroepen op artikel 18 van de Wet van 3 juli 1978. Dat artikel beperkt de aansprakelijkheid van de werknemer tot zijn bedrog, zware fout en gewoonlijk voorkomende lichte fout. Maar het heeft alleen betrekking op de contractuele aansprakelijkheid voor veroorzaakte schade in de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en niet op de strafrechtelijke (d.i. buitencontractuele) aansprakelijkheid van de werknemer (Hof van Cassatie 27 januari 1988).

Mijn organisatie wordt samen met de werknemer gedagvaard voor de politierechtbank.

Het parket kan een werknemer die een verkeersovertreding begaat, dagvaarden voor de politierechtbank. Als de verkeersovertreding tijdens de werkuren plaatsvond, zal het parket doorgaans tegelijkertijd de organisatie, als werkgever, dagvaarden. Volgens artikel 67 van de Wegverkeerswet van 16 maart 1968 is de werkgever in dat geval immers burgerrechtelijk aansprakelijk voor de verkeersovertreding van de werknemer. Komt de werknemer van zijn kant niet opdagen of laat hij zich niet vertegenwoordigen op de rechtszitting, dan kan de organisatie veroordeeld worden tot betaling van de verkeersboete. Zo heeft de wetgever de inning van de boete willen verzekeren.

Maar je kunt de verkeersboete terugvorderen van de werknemer. Die is zoals gezegd immers strafrechtelijk aansprakelijk voor de verkeersboete. De werknemer kan het bedrag terugbetalen of door de werkgever laten afhouden van zijn loon als hij daartoe zijn schriftelijke toestemming geeft (artikel 23 van de Loonbeschermingswet van 12 april 1965). Wil de werknemer niet vrijwillig meewerken aan een terugbetaling of afhouding, dan kun je de terugbetaling afdwingen via de rechtbank of moet je het bedrag aanrekenen als loon (zie hieronder).

De werkgever betaalt de verkeersboete van de werknemer (terug). Wat dan?

Betaal je als werkgever de verkeersboete die de werknemer tijdens de uitoefening van zijn arbeidsovereenkomst opliep, en wil of kun je ze niet terugvorderen (zie vraag hierboven, of betaal je de verkeersboete terug aan de werknemer die deze vooruitbetaalde, dan wordt het bedrag van de boete aangezien als loon.

Op dat bedrag ben je een rsz-solidariteitsbijdrage van 33% verschuldigd. De wet onderscheidt twee soorten verkeersboetes:

  • verkeersboetes voortvloeiend uit een zware verkeersovertreding (overtredingen van de derde en vierde graad, bv. door het rood licht rijden, inhaalverbod negeren, straatraces organiseren, terugdraaien op de autostrade) en verkeersboetes van minimaal 150 euro voortvloeiend uit een snelheidsovertreding
  • verkeersboetes voortvloeiend uit een lichte verkeersovertreding (overtredingen van de eerste en tweede graad, bv. gordel niet dragen, onrechtmatig op pechstrook rijden, gsm-gebruik achter het stuur) en verkeersboetes van minder dan 150 euro voortvloeiend uit een snelheidsovertreding. Een bedrag van 150 euro op jaarbasis wordt in dit geval per werknemer vrijgesteld van de solidariteitsbijdrage.

Op verkeersboetes voortvloeiend uit de toestand van het rijdend materiaal en de conformiteit van de lading is de solidariteitsbijdrage niet verschuldigd.

Voor de volledigheid: (terug)betaling van een verkeersboete opgelopen buiten de arbeidsovereenkomst (bv. tijdens een woon-werkverplaatsing) is hoe dan ook een voordeel van alle aard, waarop de werknemer belast wordt in de personenbelasting.

Loopt de werknemer de verkeersboete op tijdens de uitoefening van zijn werk? Dan maakt de Federale Overheidsdienst Werk het onderscheid of “de boete al dan niet kadert in de normale uitoefening van de dienstbetrekking, zoals die onder meer blijkt uit de geplogenheden van het beroep en meer in het bijzonder uit de richtlijnen die inzake die dienstbetrekking door de werkgever aan de werknemer worden verstrekt.”
Vertaald: de (terug)betaling van boetes voor overtredingen die niet het gevolg zijn van het opvolgen van dwingende instructies van de werkgever, is een belastbaar voordeel van alle aard. Zijn ze wel het gevolg van het opvolgen van dwingende instructies van de werkgever, dan is de (terug)betaling een vergoeding van kosten eigen aan de werkgever en dus niet belastbaar. De FOD Werk geeft het voorbeeld van hulpverleners die bij een ongeval, omwille van dringende medische bijstand, snel ter plaatse moeten zijn.
De (terug)betaling van een verkeersboete is in onze sector dus altijd een belastbaar voordeel alle aard. Elke werknemer moet handelen naar de bevelen van zijn werkgever maar hij kan er nooit toe verplicht worden een instructie op te volgen die strijdig is met de strafwet.

Je bent dus verplicht het bedrag van de verkeersboete aan te geven in de loonberekening.

Anderen lazen ook dit:

Alle actuele bedragen op een rij

Een actueel totaaloverzicht van alle bedragen die voor jou als werkgever relevant zijn? Op deze pagina vind je ze alfabetisch gerangschikt terug.

Cao 19/9 aangepast: Hogere werkgeverstussenkomst woon-werkverkeer met de trein vanaf 1 juni 2024

Op 8 april 2024 hebben de sociale partners hebben in de Nationale Arbeidsraad (NAR) de cao nr. 19/11 gesloten. Deze cao wijzigt een aantal bepalingen in de cao nr. 19/9 met betrekking tot de werkgeverstussenkomt voor het woon-werkverkeer met gemeenschappelijk openbaar vervoer.

Komaf maken met jouw kopzorgen rond het inzetten van personeel?

Doe net als +900 socioculturele collega-organisaties, en sluit je vandaag nog aan bij Sociare!