Ga verder naar de inhoud

Rechtspraak: ongerechtvaardigde verlenging van arbeidsongeschiktheid kan tot verbreking arbeidsovereenkomst leiden

27.07.2021

Een vonnis van de arbeidsrechtbank van Henegouwen (afdeling Doornik) bevestigt dat een tekortkoming in hoofde van de werknemer kan leiden tot een met verbreking van de arbeidsovereenkomst gelijkgestelde handeling.

Iets minder abstract: sommige tekortkomingen van werknemers kunnen aanzien worden als een beëindiging van de arbeidsovereenkomst door die werknemer, waardoor de werknemer aan de werkgever een verbrekingsvergoeding verschuldigd is. Belangrijk criterium om dit te beoordelen is het voortdurend karakter van deze tekortkoming.

Eerst bekijken we de feiten in deze zaak, waarna we de beslissing van de rechtbank onderzoeken.

De feiten

Een arbeidster is al sinds oktober 2017 ongewettigd afwezig. Als reactie hierop stuurt haar werkgever een aangetekende brief, waarin haar gewezen wordt op het arbeidsreglement. In deze brief vraagt de werkgever ook de nodige medische getuigschriften om haar afwezigheid te rechtvaardigen.

Pas in januari 2018 ontvangt de werkgever een medisch getuigschrift en dan nog slechts voor de periode van afwezigheid van 7 tot 21 januari 2018. Hierna hervalt de werknemer opnieuw in haar slechte gewoonte van ongerechtvaardigde afwezigheid, wat ervoor zorgt dat de werkgever haar opnieuw aangetekend schrijft. In deze brief waarschuwt de werkgever de werknemer: als zij haar afwezigheid niet rechtvaardigt, zal er sprake zijn van een eenzijdige verbreking van de arbeidsovereenkomst in haar hoofde.

Er volgt een lange periode van ongerechtvaardigde afwezigheid, af en toe afgewisseld met korte periodes van gewettigde afwezigheid, waarin de werkgever maar liefst zes aangetekende brieven stuurt om de werknemer op de ernst van de situatie te wijzen en haar nogmaals te waarschuwen voor de eenzijdige verbreking van de arbeidsovereenkomst door de werknemer. Aangezien er geen verbetering komt in de situatie, wordt deze eenzijdige verbreking uiteindelijk ook vastgesteld: de werkgever eist een verbrekingsvergoeding van veertien dagen en zeven weken loon van de werknemer.

De werknemer is hier niet mee akkoord en vordert op haar beurt zelf een verbrekingsvergoeding. Bovendien stelt zij dat het hier gaat om een kennelijk onredelijk ontslag.

Vonnis van de rechtbank

Het vonnis brengt in herinnering dat de met verbreking gelijkgestelde handeling geen vorm van beëindiging van de arbeidsovereenkomst is die is opgesomd in de Arbeidsovereenkomstenwet (de wet van 3 juli 1978). De grondslag ligt in het Burgerlijk Wetboek, namelijk in artikel 1134 BW.

Het principe van de met verbreking gelijkgestelde handeling is geen wettelijk principe bij uitstek, maar voornamelijk in de rechtspraak gevormd. Die rechtspraak formuleert twee voorwaarden voor een met verbreking gelijkgestelde handeling: er moet een tekortkoming zijn aan de contractuele verplichtingen van de werknemer en uit deze tekortkoming moet de wil blijken om de arbeidsovereenkomst te beëindigen.

Of het gebrek aan rechtvaardiging van (de verlenging van) de arbeidsongeschiktheid zo een met verbreking gelijkgestelde handeling uitmaakt, hangt af van alle omstandigheden. In dit geval acht de rechtbank de eerste voorwaarde bewezen: er is wel degelijk een tekortkoming aan de contractuele verplichtingen van de werknemer. Ook aan de tweede voorwaarde is voldaan: de rechtbank oordeelt dat er voldoende waarschuwingen zijn geweest voor de werknemer en dat de wil om niet meer samen verder te gaan duidelijk is.

De werknemer wordt veroordeeld tot het betalen van een verbrekingsvergoeding.

Wat moet je hiervan onthouden?

Een contractuele tekortkoming, zoals een ongewettigde afwezigheid, is op zich niet voldoende om een als verbreking gelijkgestelde handeling uit te maken. De wil tot verbreking van de overeenkomst moet eruit duidelijk worden. Die laatste voorwaarde beoordelen is bij een ongerechtvaardigde afwezigheid niet altijd gemakkelijk.

De rechtbank benadrukt hier dat het voortdurend karakter van de tekortkoming belangrijk is. Eenmaal ongerechtvaardigd afwezig zijn, is niet voldoende, maar een voortdurend gedrag van ongewettigde afwezigheid kan wel leiden tot een verbreking van de arbeidsovereenkomst. Zeker wanneer je er als werkgever genoeg op gehamerd hebt dat het gevolg van dit gedrag een vebreking zal uitmaken.

Wanneer je dus met een situatie als deze geconfronteerd wordt, zorg er dan voor dat je een goed dossier opbouwt en dat je de werknemer voldoende waarschuwt dat een voortdurende wanprestatie kan leiden tot het verbreken van het arbeidscontract in zijn of haar hoofde, met alle gevolgen vandien.

Of je voor deze methode van de met verbreking gelijkgestelde handeling kiest, dan wel voor de methode van het ontslag om dringende reden, is vaak geen eenvoudige afweging. Contacteer daarom zeker Sociare als je hiermee geconfronteerd wordt.

Bron

Arbrb. Henegouwen (afd. Doornik), 2 april 2021, AR 19/260/A en 19/531/A

Komaf maken met jouw kopzorgen rond het inzetten van personeel?

Doe net als +800 socioculturele collega-organisaties, en sluit je vandaag nog aan bij Sociare!