Ga verder naar de inhoud

Hof van Cassatie: aanvullende gezinsbijslag vrij van rsz

02.10.2020

Het Hof van Cassatie oordeelt in een arrest van 15 februari 2016 dat een aanvulling op de kinderbijslag geen loon vormt en dus vrij van socialezekerheidsbijdragen is. Ook als de werkgever bepaalde voorwaarden aan die toekenning koppelt.

Extralegale kinderbijslag als aanvulling op een tak van de sociale zekerheid

Aanvullingen op voordelen toegekend door de verschillende takken van de sociale zekerheid zijn uitgesloten uit het loonbegrip, waardoor er geen socialezekerheidsbijdragen op verschuldigd zijn. Extralegale kinderbijslag is zo een aanvulling. Dat voordeel is immers gekoppeld aan het recht op wettelijke kinderbijslag.

Hoewel de wet geen maximumbedrag voorziet, oordeelt het Beheerscomité van de RSZ dat u als werkgever maximaal 50 euro per maand en per kind mag toekennen.

Weet wel: op fiscaal vlak gaat het om een niet-vrijgesteld voordeel van alle aard. De werknemer is er dus bedrijfsvoorheffing op verschuldigd.

Praktisch: krijgen uw werknemers een aanvulling op de kinderbijslag? Dan neemt u die ook op op de loonfiche. Die aanvulling is niet onderworpen aan RSZ, wel aan belastinge

Hof van Cassatie bevestigt herhaaldelijk rsz-vrijstelling

De zaak waarover het Hof van Cassatie zich uitsprak, had betrekking op aanvullende gezinsbijslagen die een werkgever betaalde aan werknemers die voldeden aan bepaalde functie-en anciënniteitsvoorwaarden. De RSZ voerde twee argumenten aan om de aanvullende voordelen als loon te beschouwen:

  • De werkgever kende de voordelen toe aan een selecte groep van werknemers, i.t.t. de toekenningsvoorwaarden bij de wettelijke gezinsbijslagen.
  • Om als aanvulling bij een sociale zekerheidsvoordeel te worden beschouwd – bij toepassing van artikel 45 van de Socialezekerheidswet van 27 juni 1969 – moet een voordeel zonder onderscheid aan alle werknemers worden toegekend. Ook de anti-discriminatiewetgeving laat het gemaakte onderscheid niet toe.

Het Hof van Cassatie weerlegt beide argumenten:

  • Opdat een toekenning als aanvulling van een wettelijk socialezekerheidsvoordeel uit het loonbegrip zou zijn gesloten en dus vrij van rsz-bijdragen, volstaat het dat het gaat om een vergoeding die tot doel heeft te voorzien in een compensatie voor het verlies van arbeidsinkomsten of de verhoging van kosten veroorzaakt doordat één van de risico’s zich voordoet waartegen de verschillende socialezekerheidsregelingen bescherming bieden, zelfs als de toekenning van die vergoedingen afhangt van voorwaarden die vreemd zijn aan die risico’s.
  • Zelfs als het zou gaan om een schending van de artikel 45 en/of de anti-discriminatiewetgeving, waar het Hof zich in de zaak niet over moest uitspreken en dat ook niet heeft gedaan, dan blijft het nog uitgesloten van het loonbegrip voor de sociale zekerheid.

Het Hof van Cassatie oordeelt dat de ‘administratieve praktijk’ van de RSZ dus geen wettelijke of reglementaire waarde heeft. In een eerder arrest van 8 december 2014 oordeelde het Hof van Cassatie ook in dezelfde zin.

Meer informatie over aanvullingen bij sociale voordelen vindt u in de administratieve instructies van de RSZ op www.socialsecurity.be.

Bron: Cass. 15 februari 2016, S.14.0071/F, Cass. 8 december 2014, S.13.0099.N-S.13.0126.N

Anderen lazen ook dit:

Alle actuele bedragen op een rij

Een actueel totaaloverzicht van alle bedragen die voor jou als werkgever relevant zijn? Op deze pagina vind je ze alfabetisch gerangschikt terug.

Cao 19/9 aangepast: Hogere werkgeverstussenkomst woon-werkverkeer met de trein vanaf 1 juni 2024

Op 8 april 2024 hebben de sociale partners hebben in de Nationale Arbeidsraad (NAR) de cao nr. 19/11 gesloten. Deze cao wijzigt een aantal bepalingen in de cao nr. 19/9 met betrekking tot de werkgeverstussenkomt voor het woon-werkverkeer met gemeenschappelijk openbaar vervoer.

Komaf maken met jouw kopzorgen rond het inzetten van personeel?

Doe net als +900 socioculturele collega-organisaties, en sluit je vandaag nog aan bij Sociare!