Ga verder naar de inhoud

Het re-integratietraject 2.0: niet langer zomaar het eindpunt van de arbeidsrelatie

26.09.2022

Door een recent KB van 11 september 2022 wordt het re-integratietraject grondig gewijzigd. Een van de grote doelen van de wijziging is het loskoppelen van de procedure van het re-integratietraject van het beëindigen van de arbeidsovereenkomst door medische overmacht.

Een wetswijziging die deze loskoppeling effectief uitvoert, is onderweg.

Vanaf 1 oktober 2022 wordt de beoordelingsbevoegdheid van de preventie-adviseur arbeidsarts gewijzigd, enkele termijnen aangepast en omgezet van werkdagen naar kalenderdagen.

Ten slotte zijn er nog enkele kleinere aanpassingen. Hieronder de grote lijnen van de 'nieuwe' procedure.

Let op, want deze wijzigingen zijn van toepassing op (lopende) re-integratietrajecten vanaf 1 oktober.

1. Het begin van het re-integratietraject

Het re-integratietraject kan vanaf nu nog opgestart worden door 3 actoren:

  • de werknemer zelf, van zodra hij één dag arbeidsongeschikt is;
  • de werkgever, na 3 (in plaats van 4) maanden arbeidsongeschiktheid van de werknemer;
  • de behandelende arts van de werknemer, indien deze hiermee instemt.

Het traject kan dus niet meer opgestart worden door de adviserend arts van het ziekenfonds.

Ter info: bij arbeidsongeval of beroepsziekte kan het re-integratietraject slechts van start gaan het moment waarop de tijdelijke arbeidsongeschiktheid die voortvloeit uit dit arbeidsongeval of deze beroepsziekte een einde heeft genomen.

2. De belissing van de arbeidsarts: van vijf naar drie

Vanaf 1 oktober kan de arbeidsarts nog slechts drie in plaats van vijf beslissingen nemen. De drie mogelijkheden zijn:

  • Beslissing A: 'de werknemer is in staat om op termijn het overeengekomen werk te hervatten, en in afwachting daarvan kan de werknemer een aangepast of een ander werk uitvoeren'.
  • Belissing B: 'de werknemer is definitief ongeschikt om het overeengekomen werk te verrichten, maar kan wel aangepast of ander werk uitvoeren'. De arbeidsarts zal dus zelfs bij een definitieve ongeschiktheid moeten verduidelijken welk werk nog mogelijk is.
  • Beslissing C: 'het is om medische redenen niet mogelijk een re-integratiebeoordeling te doen, inzonderheid omdat het nog niet duidelijk is of de werknemer tijdelijk dan wel definitief ongeschikt is voor het overeengekomen werk of omdat de werknemer nog behandelingen moet ondergaan alvorens werkhervatting mogelijk is.' Hier is het dus nog niet opportuun om een oordeel te vellen. Aangezien deze beslissing vroeger keer op keer genomen werd en zo het traject telkens maar verlengde, is nu opgenomen in het KB dat het re-integratietraject stopt bij deze beslissing en dat het pas kan heropgestart worden door een van de partijen na 3 maanden.

De beslissing van de arbeidsarts moet genomen worden binnen de 49 dagen na de opstart van het traject.

Zoals je merkt, is er geen beoordeling meer waarbij de werknemer definitief ongeschikt wordt bevonden het overeengekomen werk te doen en er geen aangepast werk mogelijk is. Ook de beslissing dat op termijn het overeengekomen werk mogelijk is, maar in tussentijd geen aangepast werk mogelijk is, valt weg.

3. Re-integratieplan of gemotiveerd verslag tot weigering

Binnen 63 kalenderdagen (bij beslissing A) of binnen 6 maanden (bij beslissing B) moet de werkgever reageren. Hij doet dit na overleg met de verschillende actoren: de werknemer, de arbeidsarts en alle andere actoren die kunnen bijdragen tot de re-integratie, zoals bijvoorbeeld de GTB of de Terug Naar Werk Coördinator van de mutualiteit (over de vraag wie die laatste nu ook weer was vind je hier nog eens alle info).

De werkgever heeft twee mogelijke reacties:

  • een re-integratieplan met daarin aangepast werk opmaken, waarin zo goed mogelijk rekening gehouden wordt met de aanbevelingen van de arbeidsarts en waarin bijzondere aandacht besteed wordt aan het recht op redelijke aanpassingen van de werkplaats voor personen met een handicap.
  • een gemotiveerd verslag neerleggen, waarin hij vaststelt dat er geen aangepast werk mogelijk is. Hij licht hierin toe waarom dat technisch of objectief onmogelijk is, of om gegronde redenen redelijkerwijze niet kan worden geëist. Uit het verslag moet ook blijken dat de mogelijkheden tot aanpassing van de werkpost en/of tot aangepast of ander werk ernstig werden overwogen.

4. Wat denkt de werknemer ervan?

De werkgever bezorgt het re-integratieplan aan de werknemer. Die laatste heeft 14 kalenderdagen de tijd om hierop te reageren. Wat zijn zijn mogelijke reacties?

  • Hij aanvaardt het plan.
  • Hij weigert het plan en geeft daarbij verplicht zijn redenen tot weigering.
  • Hij reageert niet. Dan moet de werkgever de werknemer nogmaals contacteren. Brengt dit ook geen soelaas, dan wordt dit beschouwd als een weigering van het re-integratieplan.

De werknemer kan ook beroep instellen tegen een beslissing B van de arbeidsarts. Hiervoor heeft hij een termijn van 21 kalenderdagen na de beslissing. Hij moet dit aangetekend melden aan zijn werkgever.

Dit beroep wordt behandeld door de arts-sociaal inspecteur binnen de 42 kalenderdagen.

5. Einde van de arbeidsovereenkomst door medische overmacht

Het einde van de arbeidsovereenkomst door medische overmacht wordt volledig losgekoppeld van deze procedure van het re-integratietraject. Voor deze hervorming moeten we wel nog wachten op de aanpassing van artikel 34 van de Arbeidsovereenkomstenwet.


Er ligt wel al een voorstel klaar in het parlement. Daarin is voorzien dat werknemer of werkgever pas na 9 maanden arbeidsongeschiktheid een medisch onderzoek kunnen aanvragen waarin de definitieve ongeschiktheid kan worden vastgesteld. Hieruit kan dan een een beëindiging wegens medische overmacht volgen. Alles over dit voorstel leest u hier.


6. Collectief re-integratiebeleid

Ten slotte is er in het nieuwe KB heel wat aandacht voor het collectieve aspect van het re-integratiebeleid. Zo moet in grotere ondernemingen het CPBW jaarlijks het re-integratiebeleid evalueren.

Bovendien moet de werkgever jaarlijks een document opmaken met geanonimiseerde en geglobaliseerde elementen uit de opgemaakte re-integratieplannen en gemotiveerde verslagen. Dit document moet de redenen bevatten waarom er geen re-integratieplan werd aangeboden of waarom een re-integratieplan werd geweigerd. Ook bevat dit de stappen die de werkgever heeft ondernomen om aangepast of ander werk te zoeken voor de werknemer, of om de werkpost aan te passen.

Komaf maken met jouw kopzorgen rond het inzetten van personeel?

Doe net als +900 socioculturele collega-organisaties, en sluit je vandaag nog aan bij Sociare!